zaterdag 30 april 2016

IJzeren Man (Pelgrimspad I: Drunen - Vught)

Vandaag lopen wij door de Loonse en Drunense duinen, sinds 2002 een Nationaal Park. Het is het grootste levende stuifzandgebied van het land, volgens het boekje. We starten bij de bushalte in Drunen waar de vorige keer zijn geëindigd. 

Het is een zonnige dag en we drinken na ruim een uur koffie bij De Klinkert, een groot Brabants café waar het al redelijk druk is. We vervolgen onze tocht over de hei en doorkruisen een zandverstuiving. Het landschap doet mij denken aan Afrikaanse savannen, hoewel ik die nooit zelf heb gezien. Door het bos dat de zandverstuiving begrenst zijn verschillende ATB-fietspaden aangelegd waar ruim gebruik van wordt gemaakt. Wij wandelen liever.

Onderweg komen we een groepje koeien tegen. Ze lopen ons nieuwsgierig tegemoet. Maar als wij dichterbij komen deinzen ze terug. Ze blijven ons nog lang nakijken als wij verder lopen. 

Bij De Rustende Jager, alweer zo’n mooie  Brabantse gelegenheid, stoppen we weer even. Dan lopen we verder aan de zuidrand van de Loonse en Drunense Duinen. Alles groeit en bloeit. De bermen en de weiden staan vol met fluitekruid, boterbloemen en allerlei blauwe en roze bloemen waarvan ik de naam niet weet.

Als we bij het grote hoekige meer De IJzeren man komen, waar een recreatiegebied is gevestigd, buigen we van het pad af naar ons hotel, De Kruishoeve. Het viel niet mee een hotel te vinden in de buurt, omdat dit weekend het laatste weekend van de grote Jeroen Bosch-tentoonstelling in Den Bosch is. 

De uitbater van het hotel doet goede zaken. Net als vandaag is het al weken helemaal vol. Het museum is inmiddels 24 uur per dag open en het is er blijkbaar voortdurend stampvol. Sommige toeristen komen zonder tevoren te reserveren en missen dan de boot. Wij zijn er niet rouwig om dat wij deze beker aan ons voorbij laten gaan.













zondag 17 april 2016

Onheilspellend (Pieterpad I: Schoonloo - Sleen)

Na onze tocht vanuit Rolde gisteren zijn wij vroeg naar bed gegaan. We vertrekken dan ook zonder enige moeite om half negen van onze B&B De Deelderij in Schoonloo. Een ruim appartement met aparte slaapkamer. Zou de eigenares het interieur vernieuwen, dan zou het perfect zijn. Het ontbijt vinden wij wat karig. In de hal ligt ‘Verhalen uit het land van Bartje’ van Anne de Vries.

Bij het Schoonloër veld missen we een afslag, zodat wij net iets anders lopen en veengebied De Tweelingen missen. We lopen gelukkig niet minder kilometers. Later zien wij bij de Meeuwenplassen alsnog veengebied. Blauwe meertjes en groen gras, waartegen de berkenstammen helder afsteken. Daarna lopen we langs De Kijl, ook een veengebied met kleine meertjes. Grote runderen liggen er rustig te herkauwen. Schotse hooglanders, zegt het boekje.

Behalve veengebieden passeren wij vandaag ook verschillende moerasachtige gebieden waar gifgroene planten of mossen groeien. Het is een waterrijk landschap. Soms is het pad ook nat. Tractoren hebben diepe voren getrokken in de vette klei. Het pad voert ons langs geurende dennenbossen. Op sommige plaatsen zijn bomen gekapt. Dan biedt het bos ons behalve dennengeur ook de geur van vers hout.


Vandaag begon de dag net als gisteren zonnig. Langzamerhand verandert de lucht. Er verschijnen donkere regenwolken. Rond het middaguur barst een hagelbui los. Die verandert even later in regen. Gelukkig duurt het niet lang. We laten de regencapes waar ze zijn en trotseren het weer met capuchons en de hoes over de rugzak. Als het weer droog is, zien we in de verte regenbuien uit donkere wolken neerstorten. Mooie onheilspellende luchten.
We zien het Pieterpadmonument van een afstandje liggen, maar stoppen er niet. We lopen vandaag 24 kilometer en willen niet al te laat vertrekken, want we hebben een lange terugreis voor de boeg. Wel stoppen we een paar keer om ons te laten vertederen door springerige lammetjes en veulens.

Na twee uur zien we de kerk van Sleen in de verte liggen in de velden. Sleen blijkt een prachtig stadje te zijn met een levendig centrum. We besluiten direct om daar volgende keer te starten met een kop koffie. Om kwart voor drie staan we bij de bushalte en vier uur later zijn we thuis.

zaterdag 16 april 2016

Vennen (Pieterpad I: Rolde - Schoonloo)


Na een behoorlijke reis per trein en bus pakken we de draad van ons pad weer op in het centrum van Rolde. We passeren de kerk en het kerkhof waar Harry Muskee (Cuby & The Blizzards) ligt. Dan slaan we rechtsaf de Koelandsdijk in. Deze weg volgt het traject van een oude spoorlijn. Rechts zien we twee mooie hunebedden liggen. Het weer is, tegen de voorspelling in, prachtig. Blauwe lucht, stralende zon.

We lopen de Westerlanden in, het gebied rondom het Andersche Diep. Dit smalle riviertje meandert wild door het landschap. Hoewel het niet veel geregend heeft de afgelopen dagen is het pad soms zeer drassig en glibberen wij regelmatig door de modder terwijl we ons aan bomen en struiken vasthouden. Bij een voorde, een doorwaadbare plaats die eeuwen in gebruik is geweest, staat een picknicktafel. Wij pauzeren in dit prachtige open landschap.
Via de bossen tussen Rolde en Schoonloo van boswachterij Gieten komen we langs een mooi klein natuurgebied, het Meindersveen. De zon laat het water van de vennen helderblauw oplichten. De planten zijn heel licht van kleur, bijna wit. Samen met de lucht, waarin nu wat wolken zijn, levert dat een mooi schouwspel op.


Tegen een uur of vier lopen we Schoonloo binnen. Wat huizen en boerderijen, meer is het niet. Een winkel is niet te bekennen, maar wel twee horecagelegenheden. Wij borrelen in De Loohoeve, waar wij voor het eten niet terecht kunnen want het restaurant zit helemaal vol. Gelukkig heeft café Hegeman nog wel plaats, hoewel het daar ook behoorlijk vol is. De eigenares wijst er trots op dat de routebeschrijving vanaf Schoonloo begint met ‘Vanuit café Hegeman rechts’. Zelf loopt zij ook het Pieterpad: op dinsdagen, want dan is het café dicht. De bedenksters van het Pieterpad, Toos Goorhuis en Bertje Jens, vertoefden blijkbaar graag bij Hegeman.



zondag 3 april 2016

Kraanwater (Pelgrimspad I: Wellseind - Drunen)

's Ochtends worden wij wakker in ’t Kreekhuuske met uitzicht op de afgedamde Maas. We hebben de gordijnen open gelaten om direct van dit uitzicht te kunnen genieten. Deze Maasarm heeft voor scheepvaart geen functie meer, maar sinds 1996 pompt Dunea hier water op ten behoeve van de Haagse drinkwatervoorziening, zo staat in het boekje. Met leidingen wordt het water naar Katwijk vervoerd, waar het verder wordt gezuiverd. We drinken dus geen duinwater maar Maaswater, wat toch minder fris klinkt. Gelukkig is onlangs uit internationaal onderzoek gebleken dat het Nederlandse drinkwater van topkwaliteit is (Volkskrant, 29 feb. 2016). Op de heenreis naar Gorinchem gisteren lazen wij (Volkskrant, 2 april 2016) over de vele voordelen van kraanwater boven ‘bronwater’ uit een fles. Gebotteld water heeft vaak dezelfde herkomst als kraanwater, alleen is er honderden malen meer CO2-uitstoot voor nodig, wordt het op minder punten gecontroleerd en is het honderden malen duurder. Ik blijf mij sterk maken voor kraanwater, ook in restaurants. Gisteren kreeg ik in Amadeus tot mijn verrassing ongevraagd een glas water bij mijn wijn. Vaak zijn daar meerdere verzoeken voor nodig, soms zelfs discussie. Op restaurantsite Iens is de mogelijkheid kraanwater te krijgen een van de zoekcriteria.

Het heeft  ’s ochtends wat geregend maar als wij om half elf vertrekken uit onze B&B schijnt de zon. Omdat het veer van Nederhemert Noord tot 1 mei niet vaart op zondag lopen wij de alternatieve route naar het Bernse veer, dat wij onder meer delen met een antieke brandweerauto.

Vandaag trakteert het Pelgrimspad ons alweer op een prachtig vestingstadje, want wij passeren Heusden. Al van ver zien wij de puntige vestingwallen liggen. Via de Veer- of Waterpoort, langs de molen en over de ophaalbrug lopen wij de stad binnen. We passeren de Oude Haven en de visbank. Op de Botermarkt drinken we koffie in de zon. Er zijn hier 133 monumenten, staat in het boekje. Behalve prachtige gebouwen is er volop leven in Heusden.
 

We stoppen even in de Mariakapel naast de RK-kerk. Het beeld zou in 1421 zijn aangespoeld en tijdens de beeldenstorm in 1566 verstopt. Sinds 2002 heeft het deze eigen kapel. De muren zijn in de typische Maria-kleur lichtblauw geschilderd en er staan bossen witte rozen, zowel echte als zijden. Aan de muur hangt, ingelijst, een op middeleeuwse manier gekalligrafeerd gedicht.

Bij Oud-Heusden loopt het pad helaas een tijd langs een drukke verkeersweg. Dan vinden we de stilte weer op de Kooilaan, die langs natuurgebied Hooibroeken loopt. Tenslotte volgen we de kronkelige Zeedijk, aangelegd in de dertiende eeuw, richting Drunen. Daar eindigt onze etappe. Die besluiten wij op het terras van Café Westhoek, dat helaas deze maand de deuren zal sluiten. Per bus reizen wij naar ’s 's-Hertogenbosch.

zaterdag 2 april 2016

Gevelstenen (Pelgrimspad I: Gorinchem - Wellseind)



In Gorinchem lopen we vanaf het station langs de vestingwallen naar de Veerhaven. Dat het veer maar eens in het uur gaat biedt gelegenheid voor een koffiepauze in Sweet Ima, waar de aanblik van heerlijke broden en zelfgemaakte patisserie ons doet watertanden. Het interieur is ook het bekijken waard: oude bakstenen muren, een kroonluchter gemaakt van tientallen peertjes aan zwart draad, kunstig met haakjes aan het plafond gedrapeerd.

Als de veerboot richting Woudrichem vaart hebben we zicht op Gorinchem ongeveer zoals Vermeer Delft zag. Het silhouet van de stad met trapgevels en een molen, het spiegelende water ervoor. De veerboot zelf is ingericht met rechte banken van wit kunstleer. Hypermodern en jaren zeventig tegelijk. Een tochtje per veerboot is altijd een attractie tijdens een wandeling, en vandaag geldt dat des te meer.

We gaan van boord en lopen via de stadsmuren en de Gevangenpoort Woudrichem in, een overweldigend mooi vestingstadje. Inscripties in de stadspoort laten zien dat het water er in 1995 hoger heeft gestaan dan tijdens de stormvloed in 1953 (4,66 en 3,95 meter t.o.v. NAP).  In de Hoogstraat zijn de huizen gebouwd rond zestienhonderd, zo zien we aan de gevelstenen. Ik kijk mijn ogen uit. Op een van de gevels staat een wijze spreuk: ‘DIE TIDT IS CORT DIE DOOT IS SNEL WACHT V VAN SONDEN SO DOET GHY VEL 1608’. 

Langs het oude Raadhuis, nu een restaurant, verlaten we Woudrichem. We volgen de afgedamde Maas die we bij Poederoijensehoek oversteken. Dan zijn we in de Bommelerwaard, gelegen tussen de Maas en de Waal. Het gebied is vaak geteisterd door overstromingen. De dijken zijn er hoog en veel boerderijen liggen op terpen. De lente is onmiskenbaar. Vogels kwetteren erop los, bomen en struiken botten uit en overal in het gras staan gele, witte en paarse bloemen.

Voorbij Brakel pauzeren we even langs de Meidijk in theetuin de Welldaad, die achter de Zuilichemse molen ligt. Het is de eerste dag van het seizoen dat de theetuin weer open is en dat wordt gevierd met activiteiten als dromenvangers maken en massages. Wij houden het op een kop thee en lopen verder over de dijk, waar het erg druk is vandaag. Dat komt, legt eigenares Margje Beekenkamp uit, omdat hier alleen op zaterdag en niet op zondag wordt gevoetbald en vanwege een wegafzetting in de buurt. Zelfs te voet is het moeilijk doorkomen.
Via Aalst, waar fraaie dijkhuizen staan, lopen we langs de Drielsche wetering. De bewoners in deze streek zijn ware buxus-kunstenaars. Veel tuinen hebben strak gesnoeide hagen met daarin rozenstruiken. De leilindes voor de boerderijen zijn vaak mooi oud en knoestig. Tegen half zes arriveren wij bij B&B ’t Kreekhuuske in Wellseind. Ons appartement heeft een terras met uitzicht op de afgedamde Maas. Daar genieten wij van de karaf wijn die de gastvrouw voor ons heeft klaargezet. Bijzonder om zo vroeg in het jaar in de zon te kunnen borrelen. Later genieten wij van een diner in Amadeus, op een paar minuten loopafstand. Gamba’s en zalm, Carpaccio en snoekbaars, heerlijk. Ik probeer niet te veel te kijken naar de betreurenswaardige kreeften in het aquarium naast ons. De zaak zit vol en dat is terecht.